Zomerpolders van de Friese vastelandkwelders
|
Met de bedijking van de polder het Bildt in 1505 was het laatste deel van de Middelzee ingepolderd. Honderd jaar later kon alweer een nieuwe strook worden bedijkt, het Nieuwe Bildt. De aanwas van buitendijks land ging gewoon door. Kwelders werden door particulieren bedijkt en in productie genomen. Het onderhoud van de dijken was aanleiding tot voortdurende geschillen. Nadat de provincie in 1883 door een financiėle injectie de regie kreeg over het onderhoud van de zeewerende dijken: A,B en C, is op die plaats de primaire zeewering komen te liggen. In de loop der tijd zijn de dijken paar keer verhoogd totdat ze eind vorige eeuw op deltahoogte zijn gekomen. |
Ook na 1883 ging het inpolderen van buitendijkse kwelders gewoon door. 1996 werd een groot deel van het gebied aangewezen als natuurgebied en kwam in bezit van it Fryske Gea. Van de Bildtpollen en de Nieuwepolders werden zomerdijken doorgestoken zodat de zee er weer toegang kreeg. Vanaf 2009 maakt Noard-Fryslān Būtendyks als onderdeel van de Waddenzee deel uit van Natura 2000. |
In Europa zijn vastelandkwelders zeldzaam. Noard-Fryslān Būtendyks is één van de grotere aaneen-gesloten kweldergebieden. De hoofdoelstelling van Natura 2000 voor Noard-Fryslān Būtendyks is het vergroten van het oppervlakte aan pionierzone en kwelder. In 2018 is in het Noarderleech een kunstmatige kreek voor vismigratie aangelegd. De kreek loopt in een trechter tussen twee hoge zomerdijken naar het gemaal "de Heining" in de zeedijk. Via dit visvriendelijk gemaal, dat zowel de boezem als de middeleeuwse binnendijkse polders kan bemalen, kunnen trekvissen de zeedijk passeren.
Bronnen:
|