![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Landschap van Westergo:
De kwelder van Westergo is vanuit het zuiden richting het noorden opgeslibd. Het oudste deel, de Greidhoeke, ligt in de driehoek, Harns, Boalsert en Ljouwert. Het is een vlak landschap met verspreid liggende terpdorpen waarvan een aantal al in de late IJzertijd zijn ontstaan. De zware klei is alleen geschikt voor grasland.
↓ IJsselmeerkust
|
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ IJsselmeerkust |
![]() |
↑ De Bouwhoek![]() Het opslibben van de kwelder in het noorden is in verschillende stappen gegaan. Richting Waddenzee zijn er zo een aantal parallel aan de kust lopende kwelderwallen ontstaan. Ze liggen in het oosten tegen de oeverwal van de Middelzee, die met een boog naar het zuiden doorloopt tot diep in het landschap van de verspreid liggende oude terpen. De jongere noordelijke terpen liggen in reeksen op de hoge ruggen van kwelderwallen. De grond van de kwelderwallen bevat meer zand en is geschikt voor akkerbouw. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ De Greidhoeke![]() ▶ De kwelderwal van Dronryp 1500 v.Chr. stroomde de Boorne door het centrum van Westergo naar het noordwesten. Een trechtervormige structuur van kwelderwallen tussen Frjentsjer en Dronryp herinnert daar aan. Op de grote wal aan de oostkant van de trechter liggen Menaam, Dronryp, Baaium en Winsum. Rond 500 v.Chr. werd de hoofdstroom afgesneden en zocht het water zijn weg naar de Waddenzee via een traject dat oostelijker loopt. Rond het begin van de jaartelling verbreedde die stroom zich tot de Middelzee. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]()
|
▶ De kust van de Middelzee Tussen de jaren 100 tot 800 reikte de Middelzee steeds verder landinwaarts. Hij liep vanuit de Wadden naar het zuiden, bij Boazum boog hij naar het westen waar hij uiteindelijk contact maakte met de Marneslenk. Getijdenstromen veroorzaakten veel overlast in het lage landschap van het zuiden. Aan de kust van de Middelzee ontstond een grote oeverwal. Na de inpoldering konden de dorpen op de oeverwal economisch flink profiteren van het nieuw aangewonnen land. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]()
|
▶ Verdronken landschap Tussen de oude kwelderwal van Dronryp en de nieuwe oeverwal langs de Middelzee verslechterde de waterafvoer, het land verdronk, goed boeren was niet meer mogelijk. Terporpen werden verlaten of konden zich met moeite handhaven. Het gebied kenmerkt zich door kleine terpdorpjes in een landschap waar hier en daar een vroeg middeleeuwse verkaveling bewaard is gebleven. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]()
|
▶ Rond de Marneslenk Ook in het westen lag een estuarium, de Marneslenk. De slenk liep vanuit de Waddenzee ten zuiden van Harns, met een grote S-vorm landinwaarts naar het zuidoosten. Bij Boalsert maakte hij contact met uitlopers van de Middelzee. De kustlijn van de slenk is nog goed in het landschap te herkennen. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]()
|
▶ Moederpolders Onder druk van de alsmaar toenemde wateroverlast werden de eerste polders aangelegd. Het waren dorpsgebieden die rond de 10e eeuw werden voorzien van een ringdijk. De polders worden de moederpolders genoemd. Er waren vier: de Winamerpolder, Tsjom-west, Hartwert-Wytmarssum en Easterein-Lytsewierrum. Vanuit de moederpolders is de bedijking van Fryslân steeds verder uitgebreid. In dit blokje foto's van de polder Easterein-Lytsewierrum. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]()
|
▶ Aan de rand van het Veen Terpdorpen aan de rand van de venen zochten uitbreiding van hun gebied in droogleggen, om zo meer land te krijgen voor de landbouw. Door het ontwateren van het veen begon de bodem te dalen, het water kon niet meer goed weg, stormvloeden vanuit het zuiden kregen een kans. Een illustratief voorbeeld zijn de Lege Geaën, een keten terpdorpjes op de kwelderwal ten zuiden van de Middelzee, noordoostelijk van Snits (Sneek). |
![]() ![]() ![]() |
↑ Top![]() | ![]() |