![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
De Kwelder raakt bewoond:
Het Zeekleilandschap is van oorsprong een grote kwelder, hoog opgeslibt door aanvoer van sediment. In de tijd dat er nog geen dijken waren, kon de zee met het getij vrij in- en uitstromen. Elke stormvloed liet een laagje vruchtbare klei achter. Het ophogen van de kwelder ging even snel als het stijgen van de zeespiegel. Na de aanleg van zeedijken is er nog maar een klein stukje van het buitendijks gebied overgebleven. Daar kan je de processen van overstromen, opslibben en het afvloeien van water nog met eigen ogen zien.
↓ Kloosters |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ KloostersKloosters hebben een belangrijke rol gespeeld bij de ontginning van Fryslân. Ze werden bij voorkeur gebouwd in onherbergzame wilde gebieden. De gronden moesten ontgonnen worden omdat ze werden gezien als heidens. In Fyslân zijn nog maar weinig zichtbare sporen uit de kloostertijd. Enkele decennia na de reformatie werden de kloosters opgeheven, bezittingen vervielen aan de Staten van Friesland en de gebouwen werden afgebroken. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ Stinzen en statenIn de middeleeuwen was het niet veilig op het Friese platteland. Na de introductie van de baksteen kon de Friese Adel de bezittingen gaan verdedigen met versterkte stenen torens en huizen, Stinzen. Toen de invloed van het centrale gezag toenam en het rustiger werd, veranderde het karakter van de versterkte Stinzen in statige landhuizen, de Staten. Rond de staten werden parkachtige tuinen aangelegd. Er waren honderden in Fryslân. Vaak is niet meer over dan een naam op papier, een vermelding op een oude kaart of een afwijking in het patroon van de verkaveling. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ Afwatering naar ZeeNa de aanleg van dijken was het veilger en confortabeler wonen, men kon het (regen)water door sluizen en duikers in de dijk laten afstromen. Binnen de afgedijkte kwelder slibde het landschap echter niet verder op. De zeespiegel bleef stijgen maar het land bleef laag. Er ontstonden problemen met de afwatering. Het natuurlijk laten afvloeien van water was niet meer voldoende om de zaak droog te houden. Naast spuien moest men ook mechanisch water weg pompen. Aanvankelijk ging dat met behulp van windmolens. Later met stoom, diesel en elektrische gemalen. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ Nieuwe inzichtenDe hermetische afsluiting van het land door dijken, sluizen en gemalen heeft ook nadelen. Zo kunnen trekvissen zoals Paling niet meer vanuit zee het binnenwater opzwemmen en dreigen uit te sterven. Om dit probleem op te lossen worden gemalen voorzien van een vispassage. In een aantal gevallen gaat het nog een stap verder en wordt ook een geleidelijke overgang van Zoet naar Zoutwater aangelegd. |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
↑ Top![]() | ![]() |